‘Mijn lichaam stierf, maar mijn ziel ging leven’

Word ik geleefd? Leef ik eigenlijk wel, of droom ik? Of leef ik juist als ik slaap en is mijn waaktoestand een illusie? Deze vragen wandelen al heel lang met mij mee en kan ik nu, 20 jaar na een intensieve periode van anorexia die me op de grens van leven en dood heeft gebracht, ook wel als een rode draad in mijn leven bezien. Lééf ik? En als ik het accent iets anders plaats: leef ík?

Achteraf bezien is naar mijn idee de anorexia precies op dit vlak een crisis geweest: lééfde ík wel? Onbewust was het antwoord daarop “nee” en is mijn ziekte een uitnodiging geweest om dat wel te gaan doen. Een uitnodiging die ik met beide handen heb aangegrepen, al begreep ik niet hoe ik hier vorm aan kon geven. Ik voelde mij nog onmachtig. Onmachtig om op aarde te komen, niet bij machte om mijn diepere gevoelens en verlangens te verwoorden en al helemaal niet in staat om deze verlangens ook nog eens vorm te geven.

Op het dieptepunt, of juister gezegd, op het kantelpunt van de anorexia ben ik dood gegaan. Ik was alleen thuis en voelde dat er iets misging. In de dagen of misschien uren die aan dit moment vooraf gingen, merkte ik al dat ik steeds over de drempel ging. Ik zou niet hebben kunnen uitleggen, wat er precies met me gebeurde, maar besefte wel dat mijn bewustzijnstoestand veranderde en ik steeds heel even in een soort schaduwachtige afspiegeling van de normale wereld was. Daarna keerde ik gelukkig steeds weer terug in mijn gewone dagbewustzijn. Ik weet nog dat ik mezelf probeerde vast te houden in dit bewustzijn, deze wereld, in het leven en schreef boodschappen op de spiegel in de hoop dat ik mezelf op deze manier wakker kon houden. Maar op een goed moment voelde ik mijn hartslag toch wegsterven en vergleed ik in doodsangst, terwijl ik mijn lichaam niet meer kon bewegen. Heel snel hierna was ik echt over de drempel.

Hier beleefde ik een sterk positieve, maar ook een negatieve ervaring. Ze zijn beide zo intens ingesleten in mijn ziel, dat ik ze, ondanks de verduisterde staat van mijn bewustzijn destijds, toch tot de meest heldere ervaringen in mijn leven reken. De sfeer van deze ervaringen was zo helder, in het volle licht van de Bron, omgeven door de klaarheid van Kennis. Weten, Zijn. Hier is geen twijfel over wel of niet leven, hier was alles meteen duidelijk zoals het is. En ik wist, alles zoals het was.

Ik beleefde onder andere dat ik zélf Christus was en een intense vreugde vervulde op dat moment mijn ziel. Ik voelde me verlost. Bevrijd. En “gearriveerd”. Geen zoeken en onrust was meer nodig. Ik was er en alles klopte. Ook al mijn dierbaren waren van dezelfde intense vreugde vervuld. Wij namen allemaal onze ware plek in en glansden in onze staat van vrijheid. Zo’n intens gevoel van geluk en bevrijding heb ik in mijn leven nooit meer ervaren, maar het heeft me op een heel diep niveau gemotiveerd en geïnspireerd.

Ik had in de anorexia eigenlijk een tweeledig verlangen “verstopt”: enerzijds was dit verlangen onbewust op eenzaamheid gericht (ik trok me steeds verder terug uit het leven) en anderzijds op verlossing. Niet alleen op verlossing van mijn ziekte, maar op fundamentele verlossing. En daarom was het “antwoord” dat ik mocht ervaren aan de andere kant van de drempel ook tweeledig. Een moeilijke ervaring van eenzaamheid en een prachtige ervaring van verlossing. Dit heeft voor mij zo inzichtelijk gemaakt, hoe belangrijk het is om me bewust te worden van mijn diepere (onbewuste) verlangens en deze steeds opnieuw aandacht te geven, te voeden en te koesteren. Wat wil ik echt? Op een soms verborgen, onderliggend niveau? Want dat is wat ik als mens manifesteer, ook over de drempel heen. Het zuiveren van dit verlangen maakt dat we veel beter en makkelijker onze doelen kunnen bereiken, al vraagt het om innerlijke eerlijkheid en ook onbaatzuchtigheid.

Deze diepgaande en intense ervaring is de spil van mijn boek geworden over de vrouwelijke cyclus. Ik ben in de jaren erna altijd blijven zoeken naar Verlossing, naar Bevrijding, en ik heb ontdekt dat we onder andere de vrouwelijke cyclus precies kunnen gebruiken om ook tot die Levenservaringen te komen, die ik tijdens mijn bijna-doodervaring heb meegemaakt. In de vrouwelijke cyclus liggen leven, dood en opstanding besloten. We maken elke maand een stervens- en een opstandingservaring mee, die niet voor niets vaak als vervelend of lastig wordt bestempeld. Het is ook ongemakkelijk, want we raken, meestal onbewust, aan de dood. Tijdens de eisprong vullen we ons met levenskrachten en begint ons lichaam zich voor te bereiden op een zwangerschap. Maar tijdens de menstruatie dragen we precies die substantie weer aan de aarde over, die de krachten bevatte om nieuw leven op aarde te brengen. Dit is een levens- en doodsproces, vergelijkbaar met wat we in de natuur ieder jaar opnieuw zien gebeuren. De ontluikende knoppen in de lente, die het gehele potentieel van een plant of boom in zich dragen en de afbraakprocessen in de herfst. Maar dan is daar het magische moment van de opstanding, als de schijnbaar doodse natuur in het vroege voorjaar weer tot leven komt. Een nieuwe cyclus begint.

Maar hoe ben ik eigenlijk via een bijna-doodervaring bij de vrouwelijke cyclus terechtgekomen? Om dat toe te lichten heb ik nog een levenservaring te delen. Ik heb gelukkig een gezonde zwangerschap mee mogen maken, maar ook een heel kortstondige tweede zwangerschap. En tijdens deze tweede zwangerschap heb ik op subtiele wijze mee kunnen kijken met de reis van de ziel die zich met mijn lichaam verbond. Met de eicel die bevrucht raakte en met de verschillende incarnatiestappen van de naderende ziel. Maar op een goed moment was het alsof deze ziel een zijweg insloeg en werd mijn zwangerschap abrupt afgebroken. Dit veroorzaakte een heftige pijn in mij, een gevoel van diep innerlijk lijden. Op dat moment besloot ik om een boek te schrijven over zwangerschap of vruchtbaarheid vanuit het perspectief van de ziel. In de tussentijd ging mijn levensproces natuurlijk gewoon door en merkte ik, dat nu ik met de vrouwelijke cyclus begon te werken, mijn zielepijn maandelijks terug kwam. Ik probeerde zo objectief mogelijk naar deze pijn te kijken. Wat was het toch precies? En dit bracht me terug bij een ervaring die ik vlak voor mijn geboorte had gehad. Tevens merkte ik, dat door op een specifieke manier met mijn pijn om te gaan, ik mijn innerlijke waarnemingsvermogen begon te verscherpen. Ik kon ervaren wat de bron was van mijn pijn en ook hoe ik ermee om kon gaan. Eigenlijk kreeg ik deze mogelijkheid tot heling en groei maandelijks als vanzelf aangeboden. Ik ging er op steeds meer natuurlijke wijze mee werken wanneer het zich aandiende.

Door op deze wijze met het ritme van mijn cyclus te werken en subtieler waar te nemen wat er in mijn lichaam gebeurde, veranderden er ook andere dingen. Ik begon vertrouwen te krijgen in mijn lichaam, in mijn leven en in mijn intuïtie. Ook merkte ik, dat door mijn verlangen steeds weer bewust op Bevrijding of Vrijheid te richten, ik steeds weer een nieuwe stap voelde in mijn proces. Dit was meestal een meditatie of oefening voor het dagelijks leven, of het bewuste werken aan een bepaalde herinnering of patroon. Ik bevond mij op een pad, waarop ik van binnenuit aanwijzingen kreeg en er ontstond voeling met een soort innerlijk meesterschap. Volkomen vrij en “luchtig”, zonder enige dwang of drang. Ook begon ik heel subtiel en aanvankelijk rudimentair Christus waar te nemen. Ik merkte dat deze Christusenergie heel genezend werkte op mijn ziel en van de meest diepe bescheidenheid, mededogen en liefde was doordrongen. Om dit te kunnen waarnemen moest ik mijn ziel eigenlijk steeds meer zuiveren.

Zo openbaarde zich een pad in mij van een soort ziele-geestwerk. Het zuiveren van de verlangens en gevoelens van mijn ziel en daardoor het me kunnen openen voor het ontvangen van de Kracht van de Geest: een soort Kenkracht van het Hoger Zelf.

Deze inwijdingsweg bevindt zich in de vrouwelijke cyclus. Wanneer we met ons bewustzijn een ander licht op deze cyclus beginnen te werpen, dan kunnen we ervaren dat we maandelijks onze ongemakkelijke ervaringen en pijn kunnen oplossen, waardoor we transparanter worden voor de werking van ons Hoger Zelf – voor de Bron in onszelf – voor de Geest. Wanneer we daarmee in contact komen, zijn we in aanraking met het Leven en zullen we ons Vrij voelen – echt bevrijd. En wanneer deze Geest de dood aanraakt (alle delen in onszelf die nog niet Leven en afgescheiden zijn), dan ontstaat daar opstandingskracht: Leven, Liefde, Waarheid of Christusenergie. Zo kunnen we alles wat doods in ons is zélf weer tot leven brengen, waardoor we onze angsten stapsgewijs zullen verliezen en ons Hoger Zelf als innerlijke meester vrijmaken.

Mijn lichaam stierf, maar mijn ziel is gaan leven. Ze is niet verder weggezakt in de materie en onwetendheid. Ze is niet verder in slaap gesust. Ze dorstte naar Leven en ze zal dit ook bereiken. Daarom is de ziel de hoofdrolspeelster van mijn boek. Hoe komt zij op aarde tijdens een zwangerschap en hoe kan zij vruchtbaarder worden voor het Hoger Zelf en zelfs zwanger worden van dit Zelf? Processen die zich in onze cyclus weerspiegelen en die onze gezondheid, cyclus, vruchtbaarheid en creativiteit versterken. De natuur spiegelt onze zielsprocessen en daarom kunnen onze natuurlijke cycli als een inwijdingsweg worden ervaren.

Ik heb geen bijna-doodervaring meer gehad, maar wel Levenservaringen en hoe waardevol zijn die voor mijn eigen ziel, en ik denk, al is het in alle bescheidenheid, ook voor de wereld. Want dit Leven kan bijvoorbeeld de huidige processen van toenemende polarisatie overstijgen, die ieder mens momenteel kan ervaren. Het overstijgt ze en kan ze in zich opnemen, wanneer we er op een specifieke manier in aanwezig kunnen zijn. Vanuit dit Leven bezien heeft alles zijn plekje en zijn functie, en wordt het Pad naar Bevrijding belicht.